+32 (0) 2 770 53 33 info@wittockiana.org
MENU
Valère Gille

De dichter en schrijver Valère Gille, de grootvader van Michel Wittock’s moeder, werd in 1867 geboren in een Franstalige burgerlijke familie in Brussel. Na zijn studie rechten aan de universiteit van Leuven, werkte hij vanaf 1887 mee aan het literaire tijdschrift La Jeune Belgique, waarvan hij vanaf 1889 directeur was. Hij ontwikkelde een hechte vriendschap met enkele medewerkers van het tijdschrift, zoals Ivan Gilkin en Albert Giraud. Hij speelde een belangrijke rol als bemiddelaar tussen het tijdschrift en bepaalde dichters, zoals Verhaeren en Rodenbach, die kritiek hadden op de gehechtheid van het tijdschrift aan de Parnassiaanse stijl, waarbij laatstgenoemde een duidelijke voorkeur voor symboliek toonde. Het was ook onder leiding van zijn grootvader dat La Jeune Belgique werken publiceerde van vele hedendaagse Franse dichters, waaronder Mallarmé, Régnier, Huysmans en Kahn.

Als dichter publiceerde Valère Gille niet minder dan acht dichtbundels, waaronder La Cithare (Parijs, 1897), dat bekroond werd door de Académie française. Hij schreef ook verschillende toneelstukken. In 1925 en opnieuw in 1946 was hij directeur van de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique, waar hij vele academische toespraken hield, met name ter verwelkoming van Colette (1936), Charles Plisnier (1938) en Paul-Henri Spaak (1947).

Michel Wittock heeft de werkkamer van zijn grootvader met het speciaal door architect Paul Hankar ontworpen meubilair getrouw gereconstrueerd. Op de meeste boeken in de bibliotheek van de dichter staan handtekeningen van de auteurs. Er wordt ook een belangrijk archief bewaard, dat voornamelijk bestaat uit brieven van koning Albert I, van kunstenaars die bijdragen leverden aan het tijdschrift La Jeune Belgique (waaronder Ensor, Redon en Khnopff), van Belgische schrijvers en persoonlijkheden, en van zijn vele vrienden in Frankrijk. Elk van deze ongeveer duizend brieven wordt gepresenteerd in een cellofaan zakje, en ze worden allemaal zorgvuldig bewaard in speciale etuis die zijn gemaakt door Liliane Gérard en haar leerlingen van het boekbindatelier van La Cambre.